Gedachtenlezen - rdzlachtig rdzl
Bedenk het antwoord op de volgende vragen snel in je hoofd.
Kies een kleur.
Tel het aantal letters van die kleur.
Neem de eerste letter van dat getal.
Kies een land die met die letter begint.
Neem van dat land de vijfde klinker.
Als dat niet wil, neem de derde klinker, als dat weer niet wil neem de eerste.
Kies nu een zoogdier die met die klinker begint.
Klik nu op het antwoord om te kijken of rdzl je gedachten kan lezen.
Kies een kleur.
Tel het aantal letters van die kleur.
Neem de eerste letter van dat getal.
Kies een land die met die letter begint.
Neem van dat land de vijfde klinker.
Als dat niet wil, neem de derde klinker, als dat weer niet wil neem de eerste.
Kies nu een zoogdier die met die klinker begint.
Klik nu op het antwoord om te kijken of rdzl je gedachten kan lezen.
Willie Wortels opteltruc - reken rdzl
"Hooggeeerd publiek, op dit bord achter mij moeten zeven getallen onder elkaar komen. Ik zal het eerste getal zelf opschrijven." Met een paar ferme uithalen zet Willie het getal 7 op het bord. Een persoon uit het publiek mag daaronder nog zes getallen schrijven. Het eerste daarvan is geheel willekeurig. Verder is de voorwaarde dat ieder getal gelijk is aan de som van de twee voorafgaande. Als de zeven getallen op het bord staan draait Willie (die van het opschrijven niets heeft kunnen zien) zich om naar het bord, zet er een streep onder, kijkt
intussen snel naar een van de getallen en schrijft dan zonder aarzelen de uitkomst van de optelling eronder. Een voorbeeld ter toelichting:
De vraag is: Hoe krijgt hij dat zo snel voor elkaar?
7 |
36 |
43 |
79 |
122 |
201 |
323 |
------- |
???? |
De vraag is: Hoe krijgt hij dat zo snel voor elkaar?
De gevangenen en de hoeden - logisch rdzl
Drie superintelligente personen met een hoog IQ zitten in de gevangenis. Alle drie weten zij van elkaar dat ze die gave bezitten.
De directeur stelt hen voor om gezamelijk een vraagstuk op te lossen waarvan ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén van hen het juiste antwoord moet geven. Daarvoor krijgen ze ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén minuut de tijd krijgen.
De gegevens:
De gevangenisdirecteur zet op een afstand drie stoelen achter elkaar.
Ieder van hen moet op een stoel gaan zitten.
-De man op stoel 1 kan alleen de twee hoofden zien van de twee personen die voor hem zitten.
-De man op stoel 2 kan enkel het hoofd van de persoon zien die voor hem zit.
-De man op stoel 3 ziet niemand.
-Zij kunnen ook niet zien welke hoed ze zelf op hun hoofd hebben.
-De drie mannen weten dat er 5 hoeden in het spel zijn waarvan 2 zwarte en 3 witte. Geblinddoekt neemt elk een hoed en zet hem op zijn hoofd.
-Eens de hoed opgezet mag hun blinddoek af.
-Ze kunnen ook niet zien welke hoed ze zelf op hun hoofd hebben. Ze weten ook niet welke hoeden er over zijn.
Nu hebben ze ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén minuut de tijd om uit te maken welke kleur van een hoed ze op hun hoofd hebben.
EÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén juist antwoord is voldoende om hun vrijheid terug te winnen.
Met ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén fout antwoord komt niemand vrij.
Na 56 seconden zegt de persoon op stoel 3 welke kleur van een hoed hij op zijn hoofd heeft.
Geef het juiste antwoord en de redenering van je antwoord.
Waarom zegt persoon 1 niets?
Waarom zegt persoon 2 ook niets?
Waarom weet persoon 3 precies welke kleur van een hoed hij op zijn hoofd heeft?
De directeur stelt hen voor om gezamelijk een vraagstuk op te lossen waarvan ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén van hen het juiste antwoord moet geven. Daarvoor krijgen ze ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén minuut de tijd krijgen.
De gegevens:
De gevangenisdirecteur zet op een afstand drie stoelen achter elkaar.
Ieder van hen moet op een stoel gaan zitten.
-De man op stoel 1 kan alleen de twee hoofden zien van de twee personen die voor hem zitten.
-De man op stoel 2 kan enkel het hoofd van de persoon zien die voor hem zit.
-De man op stoel 3 ziet niemand.
-Zij kunnen ook niet zien welke hoed ze zelf op hun hoofd hebben.
-De drie mannen weten dat er 5 hoeden in het spel zijn waarvan 2 zwarte en 3 witte. Geblinddoekt neemt elk een hoed en zet hem op zijn hoofd.
-Eens de hoed opgezet mag hun blinddoek af.
-Ze kunnen ook niet zien welke hoed ze zelf op hun hoofd hebben. Ze weten ook niet welke hoeden er over zijn.
Nu hebben ze ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén minuut de tijd om uit te maken welke kleur van een hoed ze op hun hoofd hebben.
EÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén juist antwoord is voldoende om hun vrijheid terug te winnen.
Met ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂéÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂén fout antwoord komt niemand vrij.
Na 56 seconden zegt de persoon op stoel 3 welke kleur van een hoed hij op zijn hoofd heeft.
Geef het juiste antwoord en de redenering van je antwoord.
Waarom zegt persoon 1 niets?
Waarom zegt persoon 2 ook niets?
Waarom weet persoon 3 precies welke kleur van een hoed hij op zijn hoofd heeft?