Staartdeling - reken rdzl
Bij een opruimactie vindt Walter in een oude doos een rekenschrift van de lagere school. Van een staartdeling zijn nog maar twee cijfers leesbaar (een 7 en een 0). Kunt u de opgave reconstrueren? |
Uitleg
Gezien de eerste aftrekking, is het duidelijk dat A = 9. Verder kan B alleen maar 8 of 9 zijn. Stel eerst: B = 8. Dan moet C = 9. In het getal met de pijl moest een keer een cijfer extra ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂbijgehaaldÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂ worden, dus de deler (uiterst links) is 98. Maar het getal 98 heeft (afgezien van 980) geen veelvoud van 3 cijfers dat met een 9 begint. Dus de veronderstelling was onjuist. Blijft over: B = 9, C = 8. Het getal met de pijl is dus 9 x 99 = 891. De volledige opgave is dan snel te vinden. |
|
|