Einsteins raadsel - logisch rdzl
Het volgende raadsel is bedacht door Einstein. Hij beweerde dat 98% van de mensen het niet kan oplossen. Hoor jij bij die overige 2%?
Er zijn vijf huizen in vijf verschillende kleuren. In ieder huis woont iemand met een verschillende nationaliteit. De vijf personen drinken ieder iets verschillend, roken allemaal een ander type sigaar en hebben ieder een verschillend huisdier.
Een iemand heeft een vis. De vraag is: wie?
Aanwijzingen:
Er zijn vijf huizen in vijf verschillende kleuren. In ieder huis woont iemand met een verschillende nationaliteit. De vijf personen drinken ieder iets verschillend, roken allemaal een ander type sigaar en hebben ieder een verschillend huisdier.
Een iemand heeft een vis. De vraag is: wie?
Aanwijzingen:
- De Brit woont in het rode huis.
- De Zweed heeft honden als huisdier.
- De Deen drinkt thee.
- Het groene huis staat naast en links van het witte huis.
- De eigenaar van het groene huis drinkt koffie.
- De man die Pall Mall rookt houdt vogels.
- De eigenaar van het gele huis rookt Dunhill.
- De man die in het middelste huis woont drinkt melk.
- De Noor woont in het eerste huis.
- De man die Blends rookt woont naast degene die katten heeft.
- De man die een paard heeft woont naast degene die Dunhill rookt.
- De persoon die Blue Master rookt, drinkt bier.
- De Duitser rookt Prince.
- De Noor woont naast het blauwe huis.
- De man die Blends rookt heeft een buurman die water drinkt.
Rover - logisch rdzl
Een rover besluit een kasteel te beroven. Hij vermomt zich als muzikant om binnen te komen, maar eerst verbergt hij zich nog even in de bosjes, want hij moet er nog achter komen welk wachtwoord je moet kennen om op de binnenplaats te komen. Net als hij achter een boom wil kruipen, stuift er een ridder op een paard langs hem, naar de poortwachter.
'Zo Fredo, wat een haast, zeg', lacht de poortwachter. 'Geen tijd, geen tijd, zeg nou maar!', hijgt de ridder. 'Twaalf', zegt de poortwachter, 'Zes', zegt de ridder. De poortwachter knikt en de ridder kan naar binnen.
'Zozo', denkt de rover, 'volgens mij moet je de helft zeggen van het getal dat de poortwachter noemt. Ja, ik weet het zeker. Maar ik zal toch nog maar even wachten, voor ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂálle zekerheid'. Dus hij wacht, tot er een oud vrouwtje bij de poort komt.
'Dag Maria', zegt de poortwachter, 'nog lekkere eieren uit je kippenhok vandaag?' 'Jazeker', antwoordt het vrouwtje. 'Acht', zegt de wachter. 'Vier', zegt het vrouwtje. En ze mag naar binnen.
De rover weet nu wat hij weten moet, maar als hij opstaat, komt er net een koopman aan.
"Goedendag, beste man', zegt de wachter, 'wat kom je doen?' 'Ik heb mooie waar voor de koning en zijn vrouw. Kettingen en sieraden.' 'Goed', zegt de wachter , 'maar eerst moet ik het wachtwoord van je hebben. Zes.' 'Drie', zegt de koopman. 'Goed, je kunt naar binnen'.
Nu komt rover uit zijn schuilplaats. Hij groet de poortwachter. Die is wat achterdochtig. 'Weet je het wachtwoord?', vraagt hij. 'Jep', zegt de rover. 'Oke... tien', zegt de wachter. 'Vijf', zegt de rover, zeker als hij is. Maar dan roept de wachter opeens: ' Soldaten, gooi deze bedrieger in de kerkers!' De rover wordt gepakt, zijn antwoord was fout.
Wat had hij dan wel moeten zeggen?
'Zo Fredo, wat een haast, zeg', lacht de poortwachter. 'Geen tijd, geen tijd, zeg nou maar!', hijgt de ridder. 'Twaalf', zegt de poortwachter, 'Zes', zegt de ridder. De poortwachter knikt en de ridder kan naar binnen.
'Zozo', denkt de rover, 'volgens mij moet je de helft zeggen van het getal dat de poortwachter noemt. Ja, ik weet het zeker. Maar ik zal toch nog maar even wachten, voor ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂálle zekerheid'. Dus hij wacht, tot er een oud vrouwtje bij de poort komt.
'Dag Maria', zegt de poortwachter, 'nog lekkere eieren uit je kippenhok vandaag?' 'Jazeker', antwoordt het vrouwtje. 'Acht', zegt de wachter. 'Vier', zegt het vrouwtje. En ze mag naar binnen.
De rover weet nu wat hij weten moet, maar als hij opstaat, komt er net een koopman aan.
"Goedendag, beste man', zegt de wachter, 'wat kom je doen?' 'Ik heb mooie waar voor de koning en zijn vrouw. Kettingen en sieraden.' 'Goed', zegt de wachter , 'maar eerst moet ik het wachtwoord van je hebben. Zes.' 'Drie', zegt de koopman. 'Goed, je kunt naar binnen'.
Nu komt rover uit zijn schuilplaats. Hij groet de poortwachter. Die is wat achterdochtig. 'Weet je het wachtwoord?', vraagt hij. 'Jep', zegt de rover. 'Oke... tien', zegt de wachter. 'Vijf', zegt de rover, zeker als hij is. Maar dan roept de wachter opeens: ' Soldaten, gooi deze bedrieger in de kerkers!' De rover wordt gepakt, zijn antwoord was fout.
Wat had hij dan wel moeten zeggen?
Vrijgeleide - logisch rdzl
Een boer wordt in China veroordeeld tot de doodstraf.
De rechter laat hem nog een laatste zin zeggen om te bepalen hoe hij ter dood wordt zal worden gebracht. Als de boer liegt wordt hij opgehangen en als hij de waarheid spreekt wordt hij onthoofd.
De boer spreekt een zin uit en wordt tot ieders verbazing even later vrijgelaten omdat de rechter de straf niet kan bepalen.
Wat heeft de boer gezegd? |