Kassa - reken rdzl
Ben koopt in een winkel twee artikelen. Met zijn rekenmachine berekent hij vooraf wat hij moet betalen: 5,25 euro. Hierbij maakt hij ongemerkt de (regelmatig voorkomende) vergissing, dat hij de toets voor delen aanslaat in plaats van de opteltoets. Bij de kassa gekomen is hij dus niet verbaasd, als blijkt dat hij moet betalen: 5,25 euro! Wat kosten de artikelen?
Met dank aan H. Ligtenberg
Met dank aan H. Ligtenberg
Uitleg
Noem de prijzen A en B. Bij deling is de uitkomst 5,25. Dat betekent dat A 5,25 x zoveel is als B. Dan is A plus B gelijk aan 6,25 x B.
Dan is B = 5,25/6,25 = 0,84. De artikelen kosten dus 4,41 en 0,84 euro
|