Kaas wegen - wetenschaps rdzl
Een winkelier wil voor een klant 1 kg kaas afwegen op een balans. Links zet hij 1000 gram aan loden gewichtjes, rechts plaatst hij de kaas zodat er evenwicht is. Er is niets mis met de balans of met de gebruikte gewichtjes. Heeft de klant nu exact 1000 gram kaas heeft gekregen, of minder dan 1000 gram of meer? |
Uitleg
Stel eerst dat de weging op de maan (die geen atmosfeer bezit) zou
plaatsvinden. Om evenwicht te maken met de loden gewichtjes moet de kaas precies 1000 gram zijn. Verplaats nu de balans naar de aarde. Door de aanwezige lucht zal er zowel op de kaas als op het lood een opwaartse kracht ontstaan. Deze kracht is groter naarmate het volume ook groter is. De kaas heeft een veel groter volume als het lood, dus zal de kaas een grotere opwaartse kracht ondervinden. Het evenwicht zal dus worden verstoord: de kaas gaat omhoog. Om het evenwicht te herstellen moet er dus iets meer dan 1000 gram kaas op de rechterschaal worden geplaatst. De klant krijgt dus meer dan 1000 gram!
Opmerking: Het effect is gering (ca. 1 gram) omdat de lucht (waarin de weging plaatsvindt) een laag soortelijk gewicht heeft. Bij voorwerpen die in water worden ondergedompeld is deze "opwaartse kracht" natuurlijk groter en het verschijnsel dus beter bekend.
Opmerking: Het effect is gering (ca. 1 gram) omdat de lucht (waarin de weging plaatsvindt) een laag soortelijk gewicht heeft. Bij voorwerpen die in water worden ondergedompeld is deze "opwaartse kracht" natuurlijk groter en het verschijnsel dus beter bekend.
|