Een man gaat op een eilandje in de Friese meren vissen. Hij roeit met een roeibootje erheen. Nadat hij wat vissen heeft gevangen, besluit hij om terug te gaan en gaat in zijn roeibootje zitten. Na pas 10 meter roeien, kijkt hij om en is het eilandje waar hij 5 minuten geleden zat, plotseling verdwenen. Hoe kan dat nou? Het eiland kan niet zomaar gezonken zijn want dat had hij wel gemerkt, zo ver ervandaan was hij nog niet. Het was ook niet mistig. Wat is er met het eilandje gebeurt?

Het eilandje is niet gezonken, het is er nog steeds. De man kijkt gewoon de verkeerde kant op. Je roeit natuurlijk altijd met je rug naar de bestemming toe, die je wilt bereiken. Dus hij kijkt nog steeds met zijn gezicht naar het eilandje, en als hij zich omdraait, kijkt hij juist weg van het eilandje. Vandaar dat het (plotseling) weg was.