Rover - logisch rdzl
Een rover besluit een kasteel te beroven. Hij vermomt zich als muzikant om binnen te komen, maar eerst verbergt hij zich nog even in de bosjes, want hij moet er nog achter komen welk wachtwoord je moet kennen om op de binnenplaats te komen. Net als hij achter een boom wil kruipen, stuift er een ridder op een paard langs hem, naar de poortwachter.
'Zo Fredo, wat een haast, zeg', lacht de poortwachter. 'Geen tijd, geen tijd, zeg nou maar!', hijgt de ridder. 'Twaalf', zegt de poortwachter, 'Zes', zegt de ridder. De poortwachter knikt en de ridder kan naar binnen.
'Zozo', denkt de rover, 'volgens mij moet je de helft zeggen van het getal dat de poortwachter noemt. Ja, ik weet het zeker. Maar ik zal toch nog maar even wachten, voor ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂálle zekerheid'. Dus hij wacht, tot er een oud vrouwtje bij de poort komt.
'Dag Maria', zegt de poortwachter, 'nog lekkere eieren uit je kippenhok vandaag?' 'Jazeker', antwoordt het vrouwtje. 'Acht', zegt de wachter. 'Vier', zegt het vrouwtje. En ze mag naar binnen.
De rover weet nu wat hij weten moet, maar als hij opstaat, komt er net een koopman aan.
"Goedendag, beste man', zegt de wachter, 'wat kom je doen?' 'Ik heb mooie waar voor de koning en zijn vrouw. Kettingen en sieraden.' 'Goed', zegt de wachter , 'maar eerst moet ik het wachtwoord van je hebben. Zes.' 'Drie', zegt de koopman. 'Goed, je kunt naar binnen'.
Nu komt rover uit zijn schuilplaats. Hij groet de poortwachter. Die is wat achterdochtig. 'Weet je het wachtwoord?', vraagt hij. 'Jep', zegt de rover. 'Oke... tien', zegt de wachter. 'Vijf', zegt de rover, zeker als hij is. Maar dan roept de wachter opeens: ' Soldaten, gooi deze bedrieger in de kerkers!' De rover wordt gepakt, zijn antwoord was fout.
Wat had hij dan wel moeten zeggen?
'Zo Fredo, wat een haast, zeg', lacht de poortwachter. 'Geen tijd, geen tijd, zeg nou maar!', hijgt de ridder. 'Twaalf', zegt de poortwachter, 'Zes', zegt de ridder. De poortwachter knikt en de ridder kan naar binnen.
'Zozo', denkt de rover, 'volgens mij moet je de helft zeggen van het getal dat de poortwachter noemt. Ja, ik weet het zeker. Maar ik zal toch nog maar even wachten, voor ÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂÃÂálle zekerheid'. Dus hij wacht, tot er een oud vrouwtje bij de poort komt.
'Dag Maria', zegt de poortwachter, 'nog lekkere eieren uit je kippenhok vandaag?' 'Jazeker', antwoordt het vrouwtje. 'Acht', zegt de wachter. 'Vier', zegt het vrouwtje. En ze mag naar binnen.
De rover weet nu wat hij weten moet, maar als hij opstaat, komt er net een koopman aan.
"Goedendag, beste man', zegt de wachter, 'wat kom je doen?' 'Ik heb mooie waar voor de koning en zijn vrouw. Kettingen en sieraden.' 'Goed', zegt de wachter , 'maar eerst moet ik het wachtwoord van je hebben. Zes.' 'Drie', zegt de koopman. 'Goed, je kunt naar binnen'.
Nu komt rover uit zijn schuilplaats. Hij groet de poortwachter. Die is wat achterdochtig. 'Weet je het wachtwoord?', vraagt hij. 'Jep', zegt de rover. 'Oke... tien', zegt de wachter. 'Vijf', zegt de rover, zeker als hij is. Maar dan roept de wachter opeens: ' Soldaten, gooi deze bedrieger in de kerkers!' De rover wordt gepakt, zijn antwoord was fout.
Wat had hij dan wel moeten zeggen?
Vakgenoten - logisch rdzl
Een chirurg is samen met zijn zoon een avondje wezen sporten. Op de terugweg
overkomt ze een ongeluk . De vader raakt buiten kennis, maar is niet ernstig
gewond. De toestand van de zoon is dusdanig dat hij met spoed geopereerd moet
worden. In het ziekenhuis zegt de dienstdoende chirurg: Ik opereer die jongen
niet, want het is mijn zoon!
Een verklaring graag!
Waarschuwing: Een gelijkend probleem is ooit aan Amerikaanse wetenschappers voorgelegd, waarvan er vele geen raad mee wisten.
Een verklaring graag!
Waarschuwing: Een gelijkend probleem is ooit aan Amerikaanse wetenschappers voorgelegd, waarvan er vele geen raad mee wisten.
Kruipende hangvlieg - rdzlachtig rdzl
De ene dag kruip ik, de andere dag hang ik en de andere dag vlieg ik.
Rara wat ben ik?
Rara wat ben ik?